Met de mond vol tanden
Hoe levert een professional in de jeugdzorg een bijdrage aan het verbeteren van de band tussen ouders en kind als het kind bijvoorbeeld uithuisgeplaatst is of wordt.. Deze vraag vormt de rode draad in deze lezing. Paulien biedt concrete handvatten aan jeugdhulpverleners (JGZ-professionals, medewerkers Bureau Jeugdzorg, systeemtherapeuten, GGZ-professionals, medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming) voor het verbeteren en versterken van de ouder-kindrelatie. Maar als verbeteren en versterken niet meer aan de orde is omdat de thuissituatie van het kind te onveilig is, zal het kind geholpen mogen worden om verder te kunnen met zijn leven, voorbeeld bij een pleeggezinplaatsing. De goede woorden -uitgesproken tegen het kind in een therapeutische setting of gewoon op het (consultatie)bureau- zullen het kind kunnen helpen om zich gehoord te voelen, zodat het op den duur een nieuw perspectief op zijn leven kan krijgen. Het begeleiden van het (jonge) kind tijdens en na een (problematische) scheiding van de ouders krijgt eveneens speciale aandacht. De verbindende factor is ook hierbij het gebruik van taal.
"Allereerst geef ik professionals mogelijkheden wat ze kunnen doen wanneer de hechting tussen ouders en hun jonge kinderen verstoord dreigt te raken", aldus Paulien Kuipers. "Zeg maar de basisprincipes van het 'helpen hechten'. Vroegtijdige kortdurende hulp kan blijvende onveiligheid voorkomen. Juist op het gebied van het versterken van de ouder-kindrelatie worden nu nog steeds kansen gemist."
Stappenmodel
Kuipers zal onder meer uitleg geven over het vijfstappenmodel dat zij heeft ontwikkeld om het hechtingsproces bij jonge kinderen te bevorderen. "Dit blijkt heel helpend te zijn. Het model bestaat uit vijf stappen. Centraal staat het kind werkelijk zien, stil staan bij wat je wel en niet ziet, de pijn van de ouders naar voren halen en het op gang brengen van een circulair gesprek tussen ouders en kind, zelfs als het kind nog een baby is. Het consolideren van dat wat (opnieuw) goed gaat, is een essentieel element in dit model: vaak wordt de hulpverlening namelijk juist op het moment dat het beter gaat afgesloten. Hierdoor kan een behoorlijke terugval volgen."
Woorden vinden
Aandacht krijgt ook het feit dat professionals steeds meer te maken krijgen met kinderen die in een onveilige situatie zitten. Wanneer hulp geen soelaas biedt, kan besloten worden het kind- ook heel jonge - tijdelijk of blijvend uit huis te plaatsen. Voor een kind is dit een ingrijpende ervaring. "Het levert heel veel verdriet op. Een kind verlangt er altijd naar om terug naar huis te kunnen, ondanks alle ellende die het heeft meegemaakt. Als hulpverlener staan we hierbij vaak met onze mond vol tanden, woorden schieten te kort. We kunnen het verdriet van deze kinderen nauwelijks verdragen."
Kuipers vindt dat ondanks alle goede inzet binnen de jeugdzorg, toch vaak voornamelijk oplossingsgericht wordt gehandeld: waar kan het kind naar toe om het weer een veilige basis te bieden. "Zeker bij jonge kinderen is dat meestal óns besluit en het kind móet mee. Maar om het kind echt vertrouwen te laten krijgen in een nieuwe thuisbasis, is een zeer empathische houding nodig, begeleid met de juiste woorden. Pas als we daarin slagen, kan het kind zich mogelijk- door alle schade heen die een traumatische band met ouders nu eenmaal geeft - verder ontwikkelen. Gebeurt dit onvoldoende, dan kan het kind soms levenslang in de wachtstand blijven staan. Dat domein verkennen, met hechting in het achterhoofd, daarover gaat deze lezing".