Eerste hulp bij Hechting
De opbouw van het boek
Deel 1 gaat in op de zoektocht naar de wezenlijke aspecten van de ouder-kindrelatie en naar de oorzaken van een onveilige verbinding tussen ouders en kind. Belangrijke vragen daarbij zijn: hoe ontstaat en ontwikkelt de ouder-kindband, wat is de importantie daarvan voor de ontwikkeling van een kind, welke ontwikkeling maken ouders door en wat zijn de gevolgen voor het kind als de ouder-kindband niet veilig en afgestemd is? Aan de orde komt ook een visie op het kind: wie is deze beginnende mens? Aan de hand van de vraag wat jonge kinderen aan het begin van het leven nodig hebben van ouders en verzorgers, worden belangrijke begrippen uit de hechtingstheorie besproken.
Deel 2 behandelt de zoektocht naar de ingrediënten waaruit de hulp aan ouders met hun jonge kind zou moeten bestaan. Het accent ligt op de hulpverlener als hechtingstherapeut. Deze heeft als belangrijkste doel en focus om mensen, ouders en kinderen, op een positieve wijze (opnieuw) met elkaar te verbinden. Daar zijn specifieke vaardigheden en taalgebruik voor nodig die aan de orde gesteld worden. Twee behandelmethodieken worden beschreven: het ééngespreksmodel en het vijfstappenmodel. Beide methodieken zijn in de eigen praktijk ontwikkeld en hebben de focus op het verbeteren van de ouder-kindband als vorm van eerste hulp bij onveilige hechting. Het gaat om kortdurende zorg. Het ééngespreksmodel kan tot drie maanden na de geboorte aangeboden worden. Na voldoende scholing is een jeugdarts of jeugdverpleegkundige in staat deze interventie toe te passen. Het vijfstappenmodel is een methodiek voor de basis ggz. Voor beide methodieken geldt dat de eerste onderzoeksresultaten positief zijn.
Deel 3 behandelt aspecten van de hechting tussen ouders en kindwanneer er sprake is van vroeggeboorte, adoptie of pleegouderschap.